Brachyopabicolor vliegt meestal nabij deze oude bomen. Hij vliegt, in tegenstelling tot de meeste andere Brachyopa soorten, soms hoog langs de stam. Hij wordt ook aangetroffen bij bomen die niet door de zon worden beschenen.
De larve is beschreven door Rotheray (1991). Larven zijn in Drenthe gevonden in een sapstroom op de bast van een zomereik (pers. obs. M. Reemer). In het buitenland zijn ze gevonden in sapstromen en onder bast van paardenkastanje, beuk en eik (Rotheray 1996). Er zijn verschillende meldingen van larven in sapstromen die veroorzaakt waren door wilgenhoutrupsen, onder andere in populier en eik (Lundbeck 1916, Stubbs & Falk 2002).
Bron
Auteur(s)
Renema, W.
Publicatie
- Reemer, M., Renema, W., Steenis, W. van, Zeegers, Th., Barendregt, A., Smit, J.T., Veen, M.P. van, Steenis, J. van & Leij, L.J.J.M. van der 2009. De Nederlandse zweefvliegen (Diptera: Syrphidae). Nederlandse Fauna 8: 1-442. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij, European Invertebrate Survey - Nederland.