Overslaan en naar de inhoud gaan

Wilgenelfje Melangyna lasiophthalma

Foto: Dick Belgers

Indeling

Syrphidae [familie]
Melangyna [genus] (10/7)

Beide seksen vliegen tot op enkele meters hoogte door de vegetatie en bezoeken vroegbloeiende struiken, met name wilg en sleedoorn. Ze zonnen veel op takken en bladeren.

Mannetjes vertonen zweefgedrag tot op enkele meters hoogte op zonnige plekken of zitten soms met vijf of meer exemplaren op enkele centimeters van elkaar op een zonbeschenen boomstam. Als er een wegvliegt, bijvoorbeeld omdat er een ander insect langs komt, volgt de rest direct. Ze vliegen enige seconden en landen dan weer op dezelfde plaats.

De larven zijn diverse malen gevonden bij bladluizen op gewone esdoorn en op de niet-inheemse gele gentiaan (Goeldlin de Tiefenau 1974, Rotheray & Gilbert 1989). De soort overwintert in het popstadium (Dušek & Láska 1986).

Bron

Auteur(s)

Leij, L.J.J.M. van der

Publicatie