Overslaan en naar de inhoud gaan

Gewone driehoekszweefvlieg Melanostoma mellinum

Foto: Bas van Hulst-Kuiper

Indeling

Syrphidae [familie]
Melanostoma [genus] (2/2)
mellinum [soort]

De vliegen zijn laag tussen kruiden- en grasvegetaties te vinden, zelden tussen struikgewas. Ze zijn ook actief tijdens koud, regenachtig weer en de aantallen lijken vaak hoger bij bewolkt weer dan onder zonnige omstandigheden. Beide seksen bezoeken bloemen, met name die van grassen, weegbreesoorten en andere door de wind bestoven planten (Dziock 2002). Mannetjes vertonen zweefgedrag laag boven de grond. Vooral vrouwtjes verschuilen zich vaak onder bladeren en grassprieten.

Melanostoma mellinum vertoont sterk migratiegedrag, maar vermoedelijk alleen over korte afstanden, gezien het ontbreken van waarnemingen van migratie op afgelegen plaatsen (Dziock 2002, Gatter & Schmid 1990).

De eieren worden onder bladeren afgezet. De larven komen na enkele dagen uit en zijn na circa 25 dagen volgroeid. Ze zijn nachtactief en lijken goed bestand te zijn tegen uitdroging. De larven zijn opmerkelijk weinig gevonden voor zo’n talrijke soort en over het voedsel is nauwelijks iets bekend (zie genustekst). De winter wordt als volgroeide larve doorgebracht. De popfase duurt 6-12 dagen (Dziock 2002).

Bron

Auteur(s)

Reemer, M.

Publicatie