Herkenning Middelgrote tot grote (11-20 mm) zwarte, onbehaarde aaskever. Onvolwassen, niet uitgekleurde exemplaren zijn bruin. Dekschilden sterk, glanzend geribd met brede omhoog gebogen zijrand. Te onderscheiden van andere Silpha-soorten aan de hand van het langwerpige achtste sprietlid. Wordt ook verward met Phosphuga atrata. Deze heeft echter een veel smallere kop en duidelijk gerimpelde dekschilden.
Voorkomen Algemeen in het Gooi, de Utrechtse Heuvelrug en de Veluwe. Slechts enkele waarnemingen uit gebieden elders in Nederland.
Biotoop Heide.
Vliegtijd April-september met de piek in mei. Incidenteel ook waarnemingen in andere maanden.
Bron
Auteur(s)
Colijn, E.O.