Herkenning Middelgrote tot grote (12-18 mm) zwarte, onbehaarde aaskever. Dekschilden glad zonder ribben, kop smal en snuitvormig verlengd. Door het ontbreken van ribben niet te verwarren met andere echte aaskevers.
Voorkomen Zeer zeldzaam. Slechts enkele recente waarnemingen uit Zuid-Limburg en één uit het noord-oosten van Groningen.
Biotoop In Nederland warme kalkgrashellingen en hooilanden. Slakkeneter.
Vliegtijd April-juli.
Bron
Auteur(s)
Colijn, E.O.