Herkenning 4-5 mm. Samen met heidelieveheersbeestje en viervleklieveheersbeestje een van de drie kleine (tot 5 mm) ronde lieveheersbeestjes met een geheel zwart halsschild en zwarte dekschilden met rode vlekken. Van deze twee te onderscheiden doordat er midden op elk dekschild een grote ronde rode stip aanwezig is. De grondkleur van de dekschilden is in tegenstelling tot die van het heidelieveheersbeestje altijd diepzwart. Kan verward worden met de donkere vorm van het tweestippelig lieveheersbeestje en het Aziatisch lieveheersbeestje maar deze hebben een meer ovale vorm en missen de verbrede zijranden van het dekschild.
Voorkomen Vrij algemeen en in het grootste deel van Nederland aanwezig.
Biotoop Voornamelijk te vinden op wilg en es in bosranden, parken en ruigtes.
Activiteitsperiode adult Vooral gevonden van maart tot oktober met een dip in de vroege zomer (juni).
Overwintering Beschutte plekken op loofbomen.
Voedsel Schildluizen.