Herkenning Kleine boktor (5-8 mm) met lange geringelde en behaarde sprieten. Halsschild met zijtand. Dekschilden aan het uiteinde afgerond, zonder spitse punten aan de buitenkant. Zeer variabel gekleurd; basis bruin tot zwart met variërende tekening van witte, grijze en roodbruine vlekken; op de voorste helft van de dekschilden een smalle, lichtgrijs tot geelwitte dwarsband die de zijrand van de dekschilden bereikt. Kop tussen de ogen met aan beide zijden een zwartbruine tot zwarte haarvlek. Bij P. decoratus bereikt de lichte dekschildband de zijranden niet en ontbreken vlekken tussen de ogen. Onderscheidt zich van P. hispidulus en P. hispidus door het afgerond uiteinde van de dekschilden. Zonder microscoop lastig te onderscheiden van P. ovatus. Laatstgenoemde is veel korter behaard op hals- en dekschilden, en heeft achter op de dekschilden diepe stippels die bij fasciculatus ontbreken; bovendien is de dwarsband op de dekschilden meestal V-vormig.
Voorkomen Vrij zeldzaam op zandgrond. Ook op Terschelling. Elders afwezig.
Biotoop Op dunne afgestorven takken van naaldbomen. Ook in erfafscheidingen van gevlochten naaldtakken.
Vliegtijd Eind maart-begin oktober.
Bron
Auteur(s)
Colijn, E.O.