Herkenning Kleine tot middelgrote boktor (6-15 mm). Kop, sprieten en poten zwart; halsschild en dekschilden rood met rode beharing. Halsschild oneffen. Wordt soms verward met één van de Nederlandse vuurkeversoorten (Pyrochroa) maar P. serraticornis heeft een rode kop en zowel P. serraticornis als P. coccinea hebben sterk gezaagde sprieten. Heeft in tegenstelling tot de vermiljoenkever (Cucujus cinnaberinus) geen brede wangen en een halsschild met alleen een stompe zijdoorn.
Voorkomen Vrij algemeen, met uitzondering van de kustprovincies.
Biotoop Op en onder schors van loofbomen, met name eik, in eikenbossen. Ook op houtopslag inclusief haardhout.
Vliegtijd April-juni. Schemer- en nachtactief.
Bron
Auteur(s)
Colijn, E.O.