Levenswijze
De ontwikkeling vindt plaats in loofhout, vooral in hazelaar, maar ook walnoot, haagbeuk, iep en els worden genoemd. De larven knagen in jonge, levende loten en takken tot een centimeter doorsnede. Ze maken daarbij gangen met een lengte van 50-100 cm. De verpopping vindt plaats in de vraatgang. De ontwikkeling duurt twee jaar.
Fenologie
Nederlandse waarnemingen komen uit mei tot juli.
Bron
Auteur(s)
Teunissen, A.P.J.A.
Publicatie
- Teunissen, A.P.J.A. 2009. Verspreidingsatlas Nederlandse boktorren (Cerambycidae). EIS-Nederland, Leiden.