Levenswijze
De larve leeft in droge dode takken van wel 19 verschillende soorten loofbomen zoals eik, paardenkastanje en wilg. Over de biologie is weinig bekend. De ontwikkelingsduur bedraagt twee jaar.
Fenologie
Adulten worden waargenomen van mei tot augustus met een maximum eind juni.
Bron
Auteur(s)
Teunissen, A.P.J.A.
Publicatie
- Teunissen, A.P.J.A. 2009. Verspreidingsatlas Nederlandse boktorren (Cerambycidae). EIS-Nederland, Leiden.