Herkenning Kleine boktor (6-10 mm). Mannetje zwart met geelbruine dekschilden die langs de naad en aan het uiteinde smal zwart zijn; vrouwtje met roodbruine tot rode dekschilden met veel bredere, in het midden ruitvormig verbrede, zwarte naad en uiteinde. Onderzijde achterlijf rood. Halsschildachterhoeken in scherpe punten uitgetrokken. Mannetjes Leptura bifasciata zijn vergelijkbaar gekleurd maar hebben de onderzijde van het achterlijf zwart; andere zwarte smalboktorren met bruine dekschilden (Corymbia soorten) zijn meestal groter en hebben de halsschildachterhoeken afgerond. De enige andere Nederlandse boktor met een soortgelijk kleurpatroon (Stictoleptura cordigera) is veel groter en heeft afgeronde halsschildachterhoeken.

Voorkomen Uiterst zeldzaam. Recent alleen bekend uit Zuid-Limburg.

Biotoop In droge gebieden waaronder kalkgraslanden, weilanden en naaldbos. Bezoekt bloemen.

Vliegtijd Juni-juli.

Bron

Auteur(s)

Colijn, E.O.