Herkenning Middelgrote tot grote boktor (10-22 mm) met lange grijs-zwart geringelde, behaarde sprieten. Halsschild en kop donker met drie gele lengtestrepen. Dekschilden bruin tot zwart, gemarmerd met gele tot geelgrijze beharing. Schildje geel. Onderscheidt zich van Saperda populnea door het gele schildje en de afwezigheid van duidelijke grote gele vlekken op de dekschilden. Bij Agapanthia cardui is de dekschildnaad licht gekleurd; Phytoecia en Opsilia-soorten hebben geen geringelde sprieten.
Voorkomen
Zeer algemeen op zandgrond; elders zeldzamer. Sinds 2008 op Schiermonnikoog.
Biotoop
Op distels en brandnetels in bermen, akkerranden, ruderale terreinen en dijken.
Vliegtijd
Mei-augustus.
Bron
Auteur(s)
Colijn, E.O.