Overslaan en naar de inhoud gaan

Timmerboktor Acanthocinus aedilis

Foto: Thijs de Graaf

Indeling

Lamiinae [subfamilie]
Acanthocinus [genus] (2/1)
aedilis [soort]

Herkenning Middelgrote tot grote boktor (12-20 mm) met zeer lange (vrouwtje) tot extreem lange (mannetje) geringelde sprieten. Vrouwtje met opvallende uitstekende legboor. Grijs tot donkerbruin. Halsschild met zijdoorn en een rij van vier gele vlekken. Dekschilden met drie lengteribbels, vrij egaal gekleurd met kleine donkerdere stippen en meestal twee halfronde schaduwbanden, de achterste vrijwel altijd duidelijk, de voorste vager, soms breed onderbroken of afwezig. Mannetje door de extreem lange sprieten, vrouwtje door de uitstekende legboor alleen te verwarren met de in Nederland niet inheemse en slechts één maal aangetroffen Acanthocinus griseus. Deze is kleiner en heeft een opvallend lang eerste tarslid aan de achterpoten dat langer is dan de rest van de voet. 

Voorkomen Zeldzaam op zandgrond. Recent voornamelijk van de Veluwe en de omgeving van De Meinweg. Mogelijk sterk achteruit gegaan ten gevolge van het moderne kapbeleid waarbij naaldhout uit bossen wordt verwijderd.

Biotoop Onder of op schors van gekapte delen en stronken van grove den, incidenteel op ander naaldhout. Vaak op kapvlaktes.

Vliegtijd Eind maart-begin oktober.

Bron

Auteur(s)

Colijn, E.O.