Overslaan en naar de inhoud gaan

Mandenboktor Gracilia minuta

Indeling

Cerambycinae [subfamilie]
Gracilia [genus] (1/1)
minuta [soort]

Levenswijze

De larve leeft onder de schors van dunne, droge twijgen, takken en wortels van vooral wilg, maar ook van berk, es, esdoorn, eik, paardenkastanje, vuilboom, braam, meidoorn, kardinaalsmuts, roos, hazelaar, peer en prunus. De soort is ook vermeld van naaldhout. De ontwikkeling duurt een tot twee jaar. In het voorjaar vindt de verpopping plaats in het hout. De kevers ontwikkelen zich niet in ontschorst hout.

Fenologie

In Nederland is deze kever vooral waargenomen van mei tot augustus met een maximum in juli. Daarbij moet opgemerkt worden dat het vaak om vondsten in gebouwen gaat.

Bron

Auteur(s)

Teunissen, A.P.J.A.

Publicatie