Overslaan en naar de inhoud gaan

Roestbaardloper Leistus ferrugineus

Foto: Louis Westgeest

Indeling

Carabinae [subfamilie]
Leistus [genus] (5/5)

Voorkomen

StatusOorspronkelijk. Minimaal 10 jaar achtereen voortplanting. (1a)
Habitatland
ReferentieCarabidae. In: Catalogus van de Nederlandse kevers (Coleoptera)
ExpertTurin, H.

Areaal

Europese soort. Niet in het zuiden van het Mediterrane gebied. Hij is geïntroduceerd in Oost-Canada. Areaalkarakteristiek: 3, Nederland: centraal.

Verspreiding in Nederland

Voornamelijk op de diluviale gronden. Geen veranderingen in het Nederlandse verspreidingsbeeld. Op de Britse Eilanden algemeen in Engeland, maar zeldzamer wordend in noordelijke en westelijke richting, in Schotland zeer plaatselijk (Luff 1998), uit Ierland alleen oude waarnemingen (Speight et al. 1982). In Denemarken verbreid en algemeen (Bangsholt 1983). In Zweden en Finland vrij verbreid in het zuidelijke deel, tot ca. 64° noorderbreedte. In Noorwegen zeldzaam en plaatselijk langs de kust (Lindroth 1945, 1985). In Duitsland vooral in het noorden en oosten, in Midden- en Zuid-Duitsland verbreid maar zeldzamer (Horion 1941). In Zwitserland is het echter weer de meest algemene Leistus-soort, die in het hele land verbreid is (Marggi 1992). In België eveneens in het gehele land, maar in het oosten wat zeldzamer (Desender 1986).

Status: in het omliggende gebied vertoont de soort een stabiel voorkomen (Desender & Turin 1986, 1989), behalve in België waar het aantal 10x10 km-hokken meer dan is verdubbeld, van 62 naar 132 (Desender 1986).

Bron

Auteur(s)

Turin, H.

Publicatie

  • Turin, H. 2000. De Nederlandse loopkevers, verspreiding en oecologie (Coleoptera: Carabidae). Nederlandse Fauna 3: 1-666. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden.