Overslaan en naar de inhoud gaan

Zwartblauwe baardloper Leistus fulvibarbis

Foto: Dick Belgers

Indeling

Carabinae [subfamilie]
Leistus [genus] (5/5)

Voorkomen

StatusOorspronkelijk. Minimaal 10 jaar achtereen voortplanting. (1a)
Habitatland
ReferentieCarabidae. In: Catalogus van de Nederlandse kevers (Coleoptera)
ExpertTurin, H.

Areaal

West- en Zuid-Europa. Niet in Denemarken en Fennoscandië. In het oosten tot Oost-Duitsland, Zwitserland, het westelijke deel van de Balkan behalve Zuid-Griekenland. Wel in Turkije, Noord-Afrika, op Sicilië, Sardinië en Corsica. Areaalkarakteristiek: 6, Nederland: submarginaal.

Verspreiding in Nederland

In Nederland voornamelijk op de lagere gronden, in het laagveen- en kleigebied. Het aantal vindplaatsen is gedurende de laatste decennia aanmerkelijk toegenomen. Op de Britse Eilanden heeft de soort een grote verspreiding, onder andere in Ierland (Luff 1998). Horion (1941) kende geen vondsten uit Duitsland. L. fulvibarbis werd in de laatste Duitse faunalijsten genoemd als uiterst zeldzaam, met slechts een incidentele melding uit het Rheinland (Trautner & Müller-Motzfeld 1995, Trautner et al. 1997); ook niet bekend uit Westfalen (Rudolph 1976). Gezien de vangsten in Nederland en België niet ver van de Duitse grens, mag in het westen van Duitsland een toename van het aantal waarnemingen verwacht worden. Uit het westen van Zwitserland zijn weinig 19e-eeuwse waarnemingen bekend (Marggi 1992). In België - evenals in Nederland - op de lagere gronden (Desender 1986).

Status: in Nederland en België heeft de soort zich gedurende de laatste decennia waarschijnlijk uitgebreid (Desender & Turin 1986, 1989).

Bron

Auteur(s)

Turin, H.

Publicatie

  • Turin, H. 2000. De Nederlandse loopkevers, verspreiding en oecologie (Coleoptera: Carabidae). Nederlandse Fauna 3: 1-666. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden.