Overslaan en naar de inhoud gaan

Akkergraver Clivina collaris

Foto: Dick Belgers

Indeling

Scaritinae [subfamilie]
Clivina [genus] (2/2)
collaris [soort]

Voorkomen

StatusOorspronkelijk. Minimaal 10 jaar achtereen voortplanting. (1a)
Habitatland
ReferentieCarabidae. In: Catalogus van de Nederlandse kevers (Coleoptera)
ExpertTurin, H.

Areaal

West-Palearctische soort. Niet in grote delen van Fennoscandië en het zuiden van het Mediterrane gebied. Naar het oosten tot Rusland en West-Azië. Areaalkarakteristiek: 2, Nederland: submarginaal.

Verspreiding in Nederland

In grote delen van het land plaatselijk algemeen, maar zeldzamer dan C. fossor. Op de Britse Eilanden eveneens wijd verbreid en vooral in Engeland en Wales niet zeldzaam, maar zeldzaam in Schotland; van Ierland zijn alleen 19-eeuwse waarnemingen bekend (Luff 1998). In Denemarken zeer zeldzaam en verspreid (Bangsholt 1983). In Fennoscandië alleen bekend van Zuid-Zweden waar hij zeer zeldzaam en plaatselijk is (Lindroth 1985). In heel Duitsland, maar niet algemeen en plaatselijk zeldzaam (Horion 1941). Ook in de omgeving van Bremen zeer weinig gevonden (Mossakowski 1991). In de omgeving van Berlijn (Barndt et al. 1991) zelfs op de Rode Lijst. In Westfalen overal gevonden (Balkenohl 1988). In Zwitserland niet zeldzaam, vooral in de rivierdalen op de noordzijde van de Alpen en plaatselijk in Graubünden en Tessin (Marggi 1992). In België overal -gewoon, maar in het oosten vooral oude waarnemingen.

Status: in ons gebied niet achteruitgegaan, eerder een lichte stijging van het aantal waarnemingen (Desender & Turin 1986, 1989)

Bron

Auteur(s)

Turin, H.

Publicatie

  • Turin, H. 2000. De Nederlandse loopkevers, verspreiding en oecologie (Coleoptera: Carabidae). Nederlandse Fauna 3: 1-666. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden.