Arboricol, stenotoop. Volgens Lindroth (1986) vooral op naaldbomen, bij voorkeur spar en lariks, zelden op loofhout. In Midden-Europa vooral op loofhout (Acer, Betula, Salix, Platanus, Quercus en fruitbomen) met name in het laagland (Burmeister 1939). Volgens Marggi (1992) vaak op solitaire bomen en minder in bossen.
Vangpotten. Niet gevangen.
Bron
Auteur(s)
Turin, H.
Publicatie
- Turin, H. 2000. De Nederlandse loopkevers, verspreiding en oecologie (Coleoptera: Carabidae). Nederlandse Fauna 3: 1-666. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden.