Overslaan en naar de inhoud gaan

Tweepuntgravertje Dyschirius laeviusculus

Indeling

Scaritinae [subfamilie]
Dyschirius [genus] (15/15)

Voorkomen

StatusOorspronkelijk. Minimaal 10 jaar achtereen voortplanting. (1a)
Habitatland
ReferentieCarabidae. In: Catalogus van de Nederlandse kevers (Coleoptera)
ExpertTurin, H.

Areaal

West-Palearctische soort. De verspreiding lijkt enigszins op die van D. intermedius, maar de noordgrens ligt nog iets zuidelijker. Niet in Noord-Duitsland. De soort komt geïsoleerd voor in de Pyreneeën. Naar het oosten tot de Balkan (Bulgarije), Turkije en de Kaukasus (Hieke & Wrase 1988, Fedorenko 1996). Areaalkarakteristiek: 2, Nederland: marginaal.

Verspreiding in Nederland

Zeer zeldzaam. In Nederland praktisch beperkt tot Zuid-Limburg. Niet op de Britse Eilanden en in Denemarken. In Fennoscandië alleen in het uiterste zuiden van Zweden (Lindroth 1945, 1985). In Duitsland verbreid maar nergens algemeen; niet in de kuststreek van de Noord-Duitse laagvlakte (Horion 1936, 1941, 1954). In Westfalen zeldzaam, maar recent nog waargenomen (Balkenohl 1988). In de overige delen van Midden-Europa eveneens zeldzaam. Hij staat in Baden-Württemberg (Trautner 1992b), Oostenrijk (Mandl 1978, Franz 1983) en Zwitserland op de Rode Lijst (Marggi 1992). In België slechts twee oude waarnemingen (Desender 1986). Niet genoemd in de faunalijst van Vlaanderen (Desender et al. 1995).

Status: over het geheel genomen is het aantal vindplaatsen duidelijk teruggelopen (Desender & Turin 1986, 1989).

Bron

Auteur(s)

Turin, H.

Publicatie

  • Turin, H. 2000. De Nederlandse loopkevers, verspreiding en oecologie (Coleoptera: Carabidae). Nederlandse Fauna 3: 1-666. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden.