Overslaan en naar de inhoud gaan

Zwart knotje Elaphropus parvulus

Foto: Dick Belgers

Indeling

Trechinae [subfamilie]
Elaphropus [genus] (5/3)
parvulus [soort]

Op open, grindachtige bodem met een zandige ondergrond, vaak nabij de zee (Lindroth 1974). Luff (1998) noemde ook oude muren en paden, niet zelden bij menselijke bebouwing. Vooral langs rivieren, maar ook op open terreintypen in het fluviatiele gebied, tot op grote afstand (honderden meters) van de rivier zelf, maar meestal wel in de nabijheid van water (Burmeister 1939). Van Gijzen (TG) vond hem in aantal langs een vijver, met name geconcentreerd op een zandige strook tussen de kleioever van de vijver en een terras van betontegels. Ook op droge en warme plaatsen ver van water, zoals bijvoorbeeld in grind langs een spoorlijn (Desender 1989a). Van het laagland tot het middelgebergte. Marggi (1992) noemde hem een eurytope soort van open terreinen met een licht lemige, zandige of grindachtige bodem.

Vangpotten. Groep: Z(D) (2 series, 18 individuen). De weinige vangsten geven een onvolledig beeld van de oecologie van de soort. Eurytopie: 1 (PRES = 0,03 en SIM = 0). Bodem, en Vocht en Begeleiders: onvoldoende gegevens.