Voorkomen
| Status | Oorspronkelijk. Minimaal 10 jaar achtereen voortplanting. (1a) |
| Habitat | land |
| Referentie | Carabidae. In: Catalogus van de Nederlandse kevers (Coleoptera) |
| Expert | Turin, H. |
Areaal
West-Palearctische soort. In Europa noordelijk tot Zuid-Nederland en Midden-Duitsland. Naar het oosten tot in Polen, Zuid-Oekraïne en West-Turkije. Ook in Noord-Afrika. Areaalkarakteristiek: 4, Nederland: marginaal.
Verspreiding in Europa
In Nederland aan de grens van het verspreidingsgebied. De vangsten komen vooral van de Limburgse riviertjes de Geul (Berger & Poot 1970) en de Worm (BHK). Niet gevestigd op de Britse Eilanden, in Fennoscandië en Denemarken. In Duitsland niet in de Noord-Duitse laagvlakte, maar voor het overige verbreid en over het algemeen niet zeldzaam, in Baden-Württemberg zelfs talrijk (Horion 1941), hoewel hij daar thans op de waarschuwingslijst staat (Trautner 1992b). Langs de Roer tot ver in het laagland. Ook Marggi (1992) meldde dat de soort in Zwitserland en de omliggende landen zeer verbreid en de gewoonste soort van het genus is. In België voornamelijk in het oosten, met een goede aansluiting op het Nederlandse voorkomen, slechts weinig recente waarnemingen, mogelijk bedreigd (Desender et al. 1995).
Status: voor Nederland ontbreken recente waarnemingen. De combinatie van de Nederlandse en Belgische faunistische gegevens leveren een duidelijk beeld van achteruitgang op (Desender & Turin 1986, 1989).