Voorkomen
| Status | Oorspronkelijk. Minimaal 10 jaar achtereen voortplanting. (1a) |
| Habitat | land |
| Referentie | Carabidae. In: Catalogus van de Nederlandse kevers (Coleoptera) |
| Expert | Turin, H. |
Areaal
Europese soort. Beperkt tot Oost-Nederland, Duitsland, delen van Polen, Tsjechië, Slowakije, Oostenrijk, Oekraïne, Roemenië, Hongarije en de noordelijke Balkan. Areaalkarakteristiek: 2, Nederland: marginaal.
Verspreiding in Nederland
Alleen waargenomen in Twente, de Achterhoek en het zuidoostelijke deel van de Veluwe. Nu waarschijnlijk uitgestorven. In het omliggende gebied alleen bekend uit het midden en noordwesten van Duitsland, maar eveneens zeer zeldzaam (Horion 1941). In Westfalen deze eeuw slechts vier maal waargenomen, het laatst in 1954 (Rudolph 1976). De soort komt voor op de lijst van Baden-Württemberg (Trautner 1992b), maar nadere gegevens ontbreken. Niet in België.
Niet opgenomen: twee meldingen die duidelijk buiten het verspreidinggebied van de soort vallen: Rotterdam (FT05) (1922, 1925) (AVR).
Status: zeer waarschijnlijk uit Nederland verdwenen. De laatste vangst is gedaan langs de oevers van de Dinkel bij Denekamp in 1979 (WV).
Bron
Auteur(s)
Turin, H.
Publicatie
- Turin, H. 2000. De Nederlandse loopkevers, verspreiding en oecologie (Coleoptera: Carabidae). Nederlandse Fauna 3: 1-666. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden.