Overslaan en naar de inhoud gaan

Rondhalsboogkever Epaphius secalis

Indeling

Trechinae [subfamilie]
Epaphius [genus] (1/1)
secalis [soort]

Indeling

Trechinae [subfamilie]
Epaphius [genus] (1/1)
secalis [soort]

In Groot-Brittannië vooral in het laagland, aldaar in vochtige uitgestrekte graslanden en bossen. In Midden-Europa eveneens in het laagland, maar talrijker in bergachtige streken tot ca. 2000 m, op vochtige plaatsen (Burmeister 1939, Rudolph 1976). In Zwitserland volgens Marggi (1992) echter voornamelijk in het heuvelland en in de Jura tot maximaal ca. 1000 m. Volgens sommige auteurs een stenotope soort van vochtig loofbos (Den Boer 1971, Lindroth 1949, Turin & Heijerman 1988). Desender (1989a) noemde hem voor België van zowel vochtig bos als hoogveen. In Midden-Europa (Zwitserland) blijkt hij echter ook buiten het bos voor te komen in vochtige terreintypen, zoals hoogvenen en natte graslanden (Marggi 1992). Lindroth (1985) gaf aan dat hij ook in Noord- en West-Fennoscandië veelal buiten het bos wordt aangetroffen in rijke graslanden en akkers. Burmeister (1939) noemde als vindplaatsen vooral oevers van rivieren en beken, waar de soort leeft in de strooisellaag tussen mos, bladeren en aan de voet van loofbomen. Volgens Lindroth (1945) is de soort, in tegenstelling tot veel andere Trechini, niet gebonden aan nesten van zoogdieren.

Vangpotten. Groep: D2 (14 series, 1.063 individuen). Bij ons voornamelijk in vochtig bos [18-19,22] en vochtig struweel [23]; in mindere mate in kruidenrijke graslanden [26]. Eurytopie: 4 (PRES = 0,15 en SIM = 0,67). Bodem: rivierklei. Vocht: 3. Begeleiders: Pterostichus strenuus 100% (1,0%), Limodromus assimilis 92,9% (10,9%), Carabus nemoralis 85,7% (3,5%), Loricera pilicornis 85,7% (1,7%), Nebria brevicollis 85,7% (1,8%), Notiophilus biguttatus 85,7% (2,7%) Pterostichus oblongopunctatus 85,7% (3,1%), Pterostichus nigrita 78,6% (2,5%) Amara plebeja 71,4% (2,2%), Pterostichus melanarius 71,4% (2,0%) Pterostichus niger 71,4% (1,6%), Trichocellus placidus 71,4% (3,9%).

Bron

Auteur(s)

Turin, H.

Publicatie

  • Turin, H. 2000. De Nederlandse loopkevers, verspreiding en oecologie (Coleoptera: Carabidae). Nederlandse Fauna 3: 1-666. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden.