Voorkomen
| Status | Oorspronkelijk. Minimaal 10 jaar achtereen voortplanting. (1a) |
| Habitat | land |
| Referentie | Carabidae. In: Catalogus van de Nederlandse kevers (Coleoptera) |
| Expert | Turin, H. |
Areaal
West-Palearctische soort. In Europa in het westen en het zuiden, tot Noord-Afrika. Naar het oosten vanaf Zwitserland en Noord-Italië tot de Bosporus. De soort komt ook voor op Madeira (Machado 1992). Areaalkarakteristiek: 6, Nederland: marginaal.
Verspreiding in Europa
In Nederland vooral aan de kust en in Zuid-Limburg (o.a. Brakman 1940, 1963). Op de Britse Eilanden voornamelijk een zuidelijke kustsoort, maar ook bekend van enkele zandige binnenlandse lokaties, noordelijk tot Noord-Wales en Yorkshire (Luff 1998). Niet bekend van Ierland. Niet in Denemarken, Fennoscandië en Duitsland. In Midden-Europa zeer beperkt tot hier en daar de dalen van de grote rivieren, zoals in Zwitserland alleen in Wallis, door het Rhônedal (Marggi 1992). In België aan de kust en in het noorden, onder Noord-Brabant, tamelijk verbreid (Desender 1986).
Status: in Nederland en het omliggend gebied geen grote veranderingen in het aantal vangsten en vindplaatsen (de Sender & Turin 1986, 1989).
Bron
Auteur(s)
Turin, H.
Publicatie
- Turin, H. 2000. De Nederlandse loopkevers, verspreiding en oecologie (Coleoptera: Carabidae). Nederlandse Fauna 3: 1-666. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden.