Voorkomen
| Status | Oorspronkelijk. Minimaal 10 jaar achtereen voortplanting. (1a) |
| Habitat | land |
| Referentie | Carabidae. In: Catalogus van de Nederlandse kevers (Coleoptera) |
| Expert | Turin, H. |
Areaal
Soort van Midden- en West-Europa. Niet in Noordoost- en Zuidoost-Europa. Geïntroduceerd en gevestigd in Oost-Canada (Spence 1990). Zie Huber & Marggi (1997) voor een alternatieve verspreidingskaart, waarin ook het voorkomen op Sardinië en in Noord-Afrika is aangegeven. Areaalkarakteristiek: 2, Nederland: subcentraal.
Verspreiding in Nederland
In Nederland in hoofdzaak op klei- en leemgronden. De soort komt in het gehele omliggende gebied voor. Op de Britse Eilanden vrij gewoon in het zuiden en het oosten, zeldzaam en plaatselijk in het noorden en westen; zeer plaatselijk in Schotland, Wales en Ierland (Lindroth 1974, Luff 1998). In Denemarken alleen in het oosten (Bangsholt 1983). In Fennoscandië alleen aan de zuidwestkust van Zweden en op öland en Gotland (Lindroth 1945, 1985). In Duitsland vooral in het westen zeer algemeen en in de laagvlakte zeer verspreid (Horion 1941). In oostelijke richting wordt hij snel zeldzamer en uit Polen slechts enkele meldingen. In het zuiden is hij nog vrij algemeen in Noord-Beieren, maar zeldzaam in Zuid-Beieren. Voor de omgeving van Berlijn is de soort op de Rode Lijst gezet (Barndt et al. 1991). In Zwitserland vanaf Genève tot aan de Bodensee in het Mittelland en de Jura, minder in Wallis (Marggi 1992). In België algemener in het westelijke lage deel dan in Hoog-België (Desender 1986), niet achteruitgegaan (Desender et al. 1995).
Status: het is niet te zeggen of de soort voor- of achteruitgaat. De gegevens uit de verschillende landen zijn enigszins met elkaar in tegenspraak (Desender & Turin 1989).
Bron
Auteur(s)
Turin, H.
Publicatie
- Turin, H. 2000. De Nederlandse loopkevers, verspreiding en oecologie (Coleoptera: Carabidae). Nederlandse Fauna 3: 1-666. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden.