Overslaan en naar de inhoud gaan

Iriserende priemkever Bembidion iricolor

Indeling

Trechinae [subfamilie]
Bembidion [genus] (58/54)
iricolor [soort]

Indeling

Trechinae [subfamilie]
Bembidion [genus] (58/54)
iricolor [soort]

Halobiont. Beperkt tot schorren op klei- of siltbodem vlak bij de zeekust, of in binnenestuaria, dikwijls onder zeewier (Lindroth 1974, 1985). Direct aan zout of brak water onder aanspoelsel (Burmeister 1939). Het voorkomen in grote aantallen in de jonge IJsselmeerpolders kan, evenals voor B. aeneum, wellicht verklaard worden door het (nog steeds) relatief hoge zoutgehalte van de bodem. Het is merkwaardig dat de soort nauwelijks is gemeld van de noordelijke kwelders, uitgezonderd de vele recente vangsten uit de Lauwersmeerpolder (JME).

Vangpotten. Groep: H2 (74 series, 1.260 individuen). Het oecologische beeld lijkt sterk op dat van B. aeneum. De vangsten concentreren zich in de rietlanden en oevers [27-33] met uitschieters voor de IJsselmeerpolders en de Lauwersmeerpolder. Eurytopie: 5 (PRES = 0,36 en SIM = 0,62). Bodem: zeeklei. Vocht: 5. Begeleiders: Pterostichus strenuus 94,6% (11,2%), Pterostichus vernalis 89,2% (13,0%), Anisodactylus binotatus 81,1% (25,9%), Loricera pilicornis 78,4% (8,4%), Pterostichus niger 78,4% (9,0%), Bembidion assimile 74,3% (37,2%), Pterostichus melanarius 71,6% (10,6%), B. tetracolum 70,3% (17,7%), Stenolophus mixtus 70,3% (41,9%) en Trechus quadristriatus 70,3% (11,5%).

Bron

Auteur(s)

Turin, H.

Publicatie

  • Turin, H. 2000. De Nederlandse loopkevers, verspreiding en oecologie (Coleoptera: Carabidae). Nederlandse Fauna 3: 1-666. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden.