Overslaan en naar de inhoud gaan

Kleine leempriemkever Bembidion milleri

Indeling

Trechinae [subfamilie]
Bembidion [genus] (58/54)
milleri [soort]

Voorkomen

StatusOorspronkelijk. Minimaal 10 jaar achtereen voortplanting. (1a)
Habitatland
ReferentieCarabidae. In: Catalogus van de Nederlandse kevers (Coleoptera)
ExpertTurin, H.

Areaal

Europese soort. Zuid-Duitsland, Oostenrijk tot Karinthië, Noord-Italië, Bosnië, Zwitserland, Frankrijk: Jura, Vogezen en in de Karpaten. Areaalkarakteristiek: 2, Nederland: marginaal.

Verspreiding in Nederland

In Nederland in het zuidoosten. Niet op de Britse Eilanden, in Denemarken en Fennoscandië. In Duitsland in het westen en zuiden plaatselijk, in het zuidoosten talrijker (Horion 1941). In Zwitserland een uitgesproken algemene soort, met name in het noordoostelijke deel van het land (Marggi 1992). In België wijd verbreid in het oosten van het land (Desender 1986), in Vlaanderen zeldzaam (Desender et al. 1995).

Status: het aantal vindplaatsen in Nederland en België is min of meer stabiel (Desender & Turin 1986, 1989). Klynstra (1951) meldde de eerste Nederlandse vangsten uit Bunde en Valkenburg (Limburg). Sedertdien zijn vooral uit Zuid-Limburg diverse waarnemingen bekend, tot in de eerste helft van de jaren zeventig. Recent zijn er waarnemingen uit Winterswijk (LC45) en de Mariapeel (FT90).

Bron

Auteur(s)

Turin, H.

Publicatie

  • Turin, H. 2000. De Nederlandse loopkevers, verspreiding en oecologie (Coleoptera: Carabidae). Nederlandse Fauna 3: 1-666. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden.