Hygrofiel, stenotoop. Langs stromend water op enigszins beschaduwde plekken, op klei of zeer fijn zand, vaak met een laagje grind (Lindroth 1974, 1985). In Midden-Europa vooral in bergdalen en bergbossen, zeer weinig in het laagland (Burmeister 1939). In Zwitserland aan de meeste rivieren, vanaf het heuvelland tot montaan en subalpien, ca. 1300 m (Marggi 1992); ook aan oevers van kleine beekjes, op grind- en kiezelstrandjes
Vangpotten. Geen vangsten.
Bron
Auteur(s)
Turin, H.
Publicatie
- Turin, H. 2000. De Nederlandse loopkevers, verspreiding en oecologie (Coleoptera: Carabidae). Nederlandse Fauna 3: 1-666. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden.