Voorkomen
Status | Oorspronkelijk. Minimaal 10 jaar achtereen voortplanting. (1a) |
Habitat | land |
Referentie | Carabidae. In: Catalogus van de Nederlandse kevers (Coleoptera) |
Expert | Turin, H. |
Areaal
Palearctische soort. Van West-Europa tot de Kaukasus en Oost-Siberië, niet in het noorden. Nog niet bevestigd voor het Iberisch Schiereiland en de Balearen (Zaballos & Jeanne 1994), maar wel bekend van de Canarische Eilanden en Madeira (Machado 1992). Areaalkarakteristiek: 9, Nederland: subcentraal.
Verspreiding in Europa
In Nederland zeer verspreide waarnemingen. Recentelijk bij meer gerichte zoekacties in vochtige en natte terreinen vaak gevonden, met name in het zeekleidistrict. Gedurende lange tijd een zeer algemene soort in de IJsselmeerpolders. Op de Britse Eilanden zuidelijk en oostelijk, van Yorkshire tot Zuid-Wales, niet in Ierland (Luff 1998). Voor Groot-Brittannië op de waarschuwingslijst (Hyman 1992). In Denemarken verspreid in het oostelijke deel van Jutland en verbreid op de eilanden (Bangsholt 1983). In Zweden zeer plaatselijk in het zuiden, niet op de hogere gronden (Lindroth 1945, 1986). Niet in Noorwegen. In Finland zeldzaam in het zuiden, voornamelijk aan de kust. In Duitsland over het gehele gebied, in het noorden en oosten algemener, maar in het westen en zuiden incidenteel en zeldzaam (Horion 1941). Voor diverse gebieden op de Rode Lijst (Trautner & Müller-Motzfeld 1995). In Zwitserland alleen bij Genève (Marggi 1992) eveneens op de Rode Lijst. In België voornamelijk in het westen, maar zeldzaam (Desender et al. 1995).
Status: het aantal waarnemingen van deze soort is, met name in Nederland en Denemarken, gedaald (Desender & Turin 1986, 1989).
Bron
Auteur(s)
Turin, H.
Publicatie
- Turin, H. 2000. De Nederlandse loopkevers, verspreiding en oecologie (Coleoptera: Carabidae). Nederlandse Fauna 3: 1-666. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden.