Voorkomen
| Status | Oorspronkelijk. Minimaal 10 jaar achtereen voortplanting. (1a) |
| Habitat | land |
| Referentie | Carabidae. In: Catalogus van de Nederlandse kevers (Coleoptera) |
| Expert | Turin, H. |
Areaal
Palearctische soort. In geheel Europa, met uitzondering van het noorden. Naar het oosten tot Oost-Siberië, de Kaukasus en Centraal-Azië. Zie ook de notitie onder ‘Taxonomie’. Areaalkarakteristiek: 9, Nederland: subcentraal.
Verspreiding in Europa
In Nederland over het gehele land verbreid. Het minst gemeld van de kleigebieden, maar dit kan ten dele verklaard worden door de lagere verzamelintensiteit. Op de Britse Eilanden verbreid, noordelijk tot Zuidwest-Schotland maar plaatselijk in het westen en het noorden van Groot-Brittannië; recent ook op het eiland Man (Luff 1996, 1998). Wel op de Ierse faunalijst (Speight et al. 1982), maar concrete gegevens zijn niet bekend. In Denemarken vrij algemeen en verbreid (Bangsholt 1983). In Zweden en Finland verbreid in het zuiden, in Noorwegen alleen in het zuiden aan de kust (Lindroth 1945, 1986). In Duitsland overal verbreid en over het algemeen niet zeldzaam, tot plaatselijk algemeen in moerassige gebieden (Horion 1941). Niettemin zowel in de omgeving van Berlijn (Barndt et al. 1991) als in Baden-Württemberg op de Rode Lijst (Trautner 1992b). In Zwitserland zeer zeldzaam in de Jura en de omgeving van Genève, slechts enkele waarnemingen en derhalve op de Rode Lijst (Marggi 1992). In België verbreid en algemeen in het noordwestelijke lage deel van het land, verspreid in het noorden. In de Ardennen zeer zeldzaam of ontbrekend in een vrij groot gebied.
Status: in Nederland en het omliggend gebied geen grote veranderingen in het aantal waarnemingen (Desender & Turin 1986, 1989)
Bron
Auteur(s)
Turin, H.
Publicatie
- Turin, H. 2000. De Nederlandse loopkevers, verspreiding en oecologie (Coleoptera: Carabidae). Nederlandse Fauna 3: 1-666. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden.