Voorkomen
| Status | Oorspronkelijk. Minimaal 10 jaar achtereen voortplanting. (1a) |
| Habitat | land |
| Referentie | Carabidae. In: Catalogus van de Nederlandse kevers (Coleoptera) |
| Expert | Turin, H. |
Areaal
Holarctische soort, circumpolair. Geheel Europa, zonder het zuiden van het Iberisch Schiereiland, Corsica, Sardinië en Kreta. Op de Balkan zeldzaam. Naar het oosten tot in Klein-Azië, de Kaukasus en Kashmir. In Azië zuidelijk tot de Himalaya (Hieke 1981). In Noord-Amerika zowel in Oost- als West-Canada. Areaalkarakteristiek: 5, Nederland: centraal.
Verspreiding in Nederland
In heel Nederland zeer verbreid. Op de Britse Eilanden vooral algemeen in het oosten van Groot-Brittannië, meer plaatselijk in het westen en in Ierland (Luff 1998). In Denemarken en Fennoscandië zeer verbreid en algemeen tot in het hoge noorden (Bangsholt 1983, Lindroth 1945, 1986). In Duitsland nergens zeldzaam, vooral in Noord- en Oost-Duitsland algemeen tot zeer algemeen (Horion 1941), in het Alpengebied en Oostenrijk zeldzaam. In Zwitserland beperkt tot de warmere en drogere gebieden in Wallis, Tessin en Graubünden, in Noord-Zwitserland slechts één waarneming (Marggi 1992), daar op de Rode Lijst. In België zeer verbreid, maar de meeste waarnemingen komen uit het lage deel (Desender 1986).
Status: in Nederland en het omliggend gebied niet achteruitgegaan (Desender & Turin 1986, 1989).
Bron
Auteur(s)
Turin, H.
Publicatie
- Turin, H. 2000. De Nederlandse loopkevers, verspreiding en oecologie (Coleoptera: Carabidae). Nederlandse Fauna 3: 1-666. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden.