Overslaan en naar de inhoud gaan

Mergelglimmer Amara cursitans

Indeling

Harpalinae [subfamilie]
Amara [genus] (37/36)
cursitans [soort]

Indeling

Harpalinae [subfamilie]
Amara [genus] (37/36)
cursitans [soort]

Xerobiont-xerofiel. Op open, droge, grindachtige of zandige bodem, gewoonlijk met een ijle vegetatie. Min of meer synantroop en dan ook vaak aangetroffen op ruderale plaatsen en weinig bemeste akkers (Lindroth 1974, 1986). In Denemarken op kapvlakten in bossen, samen met Carabus arvensis, C. problematicus en Bradycellus verbasci en op gebrande plaatsen met Pterostichus quadrifoveolatus (Lindroth 1974, 1986). In België vaker aangetroffen in utm-hokken met kalk dan op andere bodemsoorten (Desender 1986). Volgens Burmeister (1939) (als A. properans) in Midden-Europa vooral in bosrijke bergdalen, en in de alpiene regio op graslanden. Ook vaak in gebieden waar veel kiezel en steenslag ligt, bijvoorbeeld in groeven en aan oevers. Marggi (1992) gaf voor Zwitserland een hoogteverspreiding van 300-2100 m, maar geen verdere oecologische bijzonderheden. In Bulgarije van 1500-2300 m (Hieke & Wrase 1988).

Vangpotten. Groep: Z(D) (2 series, 6 individuen). De weinige vangsten beperken zich tot ruderale terreinen [24]. Eurytopie: onvoldoende gegevens. Bodem, Vocht en Begeleiders: onvoldoende gegevens.

Bron

Auteur(s)

Turin, H.

Publicatie

  • Turin, H. 2000. De Nederlandse loopkevers, verspreiding en oecologie (Coleoptera: Carabidae). Nederlandse Fauna 3: 1-666. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden.