Overslaan en naar de inhoud gaan

Grote heideglimmer Amara famelica

Indeling

Harpalinae [subfamilie]
Amara [genus] (37/36)
famelica [soort]

Indeling

Harpalinae [subfamilie]
Amara [genus] (37/36)
famelica [soort]

Voorkomen

StatusOorspronkelijk. Minimaal 10 jaar achtereen voortplanting. (1a)
Habitatland
ReferentieCarabidae. In: Catalogus van de Nederlandse kevers (Coleoptera)
ExpertTurin, H.

Areaal

Palearctische soort. In Europa voornamelijk in het noorden en oosten. De soort staat genoemd voor de Alpes de Haute-Provence in Frankrijk (Bonadona 1971) en Noord-Italië (Magistretti 1965), waarschijnlijk betreft het hier geïntroduceerde dieren. De zuidgrens loopt vanaf Zuid-België via Zuid-Duitsland en Oostenrijk naar Roemenië. Naar het oosten tot in West-Siberië. Lindroth (1986) noemde hem ook voor Noord-Afrika en Klein-Azië, waarvoor geen verdere bevestiging in de literatuur te vinden was. Areaalkarakteristiek: 3, Nederland: submarginaal.

Verspreiding in Nederland

In Nederland verbreid, plaatselijk maar niet zeldzaam, zonder duidelijk patroon. Op de Britse Eilanden alleen enkele geïsoleerde waarnemingen in Zuid- en Oost-Engeland, noordelijk tot Yorkshire en slechts twee recente waarnemingen (Luff 1998). In Denemarken zeer zeldzaam, slechte enkele waarnemingen, voornamelijk van Jutland (Bangsholt 1983). In Fennoscandië in Zuidoost-Noorwegen en Zuid-Zweden zeldzaam, in Finland wat algemener (Lindroth 1986). In de Noord-Duitse laagvlakte vrij algemeen vanaf de Nederrijn tot de oostgrens (Horion 1941). Recentelijk echter op veel Duitse Rode Lijsten: Bremen (Mossakowski 1991), Berlijn (Barndt et al. 1991), Baden-Württemberg (Trautner 1992b, Geiser 1984, Müller-Motzfeld 1987). Naar het zuiden van Midden-Europa toe steeds zeldzamer, niet in Zwitserland (Marggi 1992), in Oostenrijk zeer zeldzaam en op de Rode Lijst (Franz 1983). In België vooral in het noorden, in de Kempen, het gebied onder de provincie Noord-Brabant, verder zeldzaam (Desender 1986). In Vlaanderen zeldzaam (Desender et al. 1995).

Status: in Nederland en het omliggend gebied is het aantal vindplaatsen stabiel (Desender & Turin 1986, 1989).

Bron

Auteur(s)

Turin, H.

Publicatie

  • Turin, H. 2000. De Nederlandse loopkevers, verspreiding en oecologie (Coleoptera: Carabidae). Nederlandse Fauna 3: 1-666. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden.