Overslaan en naar de inhoud gaan

Veldglimmer Amara communis

Foto: Dick Belgers

Indeling

Harpalinae [subfamilie]
Amara [genus] (37/36)
communis [soort]

Dagactief. Voortplanting in het voorjaar, met ‘verse’ dieren in juli-augustus. De overwintering vindt gedeeltelijk als larve plaats (Franz 1970) en gedeeltelijk als adult, in boomstronken of onder mos. Burmeister (1939) veronderstelde dat de soort twee generaties heeft. De volwassen dieren eten plantenzaden en zijn vaak aan te treffen in grashalmen. De larve is ook carnivoor (Burakowski 1967). De larve is opgenomen in de tabellen van Arndt (1991) en Luff (1993).

Dispersie: macropteer. Slechts een deel van de individuen bleek in het bezit te zijn van volledig ontwikkelde vliegspieren (Desender 1989a). Vele vliegwaarnemingen zijn bekend, o.a. uit Drenthe, welke hier per halve maand gegeven worden: april 18/34, mei 96/18, juni 9/1, juli 0/1, augustus 2/4, september 1/0 en oktober 2/0 (TVH). In de IJsselmeerpolders hoorde de soort niet tot de vroegste immigranten (Haeck 1971), maar vestigde zich daar na het eerste jaar met succes en hoort op het moment tot de dominante soorten in akkerranden in Zuidelijk Flevoland (Siepel et al. 1996).

Bron

Auteur(s)

Turin, H.

Publicatie

  • Turin, H. 2000. De Nederlandse loopkevers, verspreiding en oecologie (Coleoptera: Carabidae). Nederlandse Fauna 3: 1-666. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden.