Voorkomen
Status | Oorspronkelijk. Minimaal 10 jaar achtereen voortplanting. (1a) |
Habitat | land |
Referentie | Carabidae. In: Catalogus van de Nederlandse kevers (Coleoptera) |
Expert | Turin, H. |
Areaal
Palearctische soort. In Europa, naar het zuiden toe steeds zeldzamer en meer in de bergen, wellicht boreomontaan te noemen. Op de Balkan in Slovenië, Bosnië, Roemenië en Bulgarije, zeldzaam in de bergen. Op het Iberisch Schiereiland en in de Pyreneeën over het algemeen boven 1500m (Zaballos & Jeanne 1994). Ontbrekend in delen van het Mediterrane gebied. In geheel Siberië, tot in Japan (Hieke 1970). Areaalkarakteristiek: 3, Nederland: centraal.
Verspreiding in Nederland
In Nederland een van de meest verbreide soorten. Op de Britse Eilanden, inclusief Ierland, de meest verbreide Amara-soort, behalve in het uiterste noorden (Luff 1998). In Denemarken en Fennoscandië zeer algemeen en verbreid, noordelijk tot de poolcirkel (Bangsholt 1983, Lindroth 1945, 1986). In Duitsland overal en algemeen (Horion 1941). In Zwitserland algemeen ten noorden van de Alpen, weinig in de Alpendalen (Marggi 1992). In België eveneens homogeen over het land verspreid (Desender 1986).
Status: in Nederland en het omliggend gebied overal toegenomen (Desender & Turin 1986, 1989).
Bron
Auteur(s)
Turin, H.
Publicatie
- Turin, H. 2000. De Nederlandse loopkevers, verspreiding en oecologie (Coleoptera: Carabidae). Nederlandse Fauna 3: 1-666. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden.