Voorkomen
| Status | Oorspronkelijk. Minimaal 10 jaar achtereen voortplanting. (1a) |
| Habitat | land |
| Referentie | Carabidae. In: Catalogus van de Nederlandse kevers (Coleoptera) |
| Expert | Turin, H. |
Areaal
Europese soort. De verspreiding is in detail gegeven door Hieke (1970). Zuidelijk gaat de soort tot Portugal, Midden-Italië en Noord-Griekenland. Naar het oosten tot Zuidwest-Oekraïne en West-Bulgarije. De noordgrens ligt in Nederland en Noord-Duitsland. Areaalkarakteristiek: 9, Nederland: marginaal.
Verspreiding in Nederland
In Nederland alleen op de hogere gronden. Hij is pas kort bekend voor de Nederlandse fauna (1960 te Emmen, KV) (Den Boer 1961b). Niet op de Britse Eilanden, Denemarken en Fennoscandië. In Duitsland voornamelijk in het midden en zuiden van het land (Hieke 1970). In Baden-Württemberg op de Rode Lijst (Trautner 1992B). In Zwitserland verspreid in alle delen, maar slechts weinig waarnemingen en ook daar op de Rode Lijst (Marggi 1992). In België onlangs in het centrale noorden van het land, recent veel beperkter dan voor 1950, in Vlaanderen als bedreigd op de Rode Lijst (Desender et al. 1995).
Status: over de verspreiding en voorkomen van deze zeldzame soort bestaan nog veel onduidelijkheden en over de status is dan ook niet veel te zeggen.
Naar aanleiding van een vangst bij Emmen, werd het Nederlandse Amara (Zezea)-materiaal gecontroleerd door Den Boer (1961). Hieruit bleek dat A. kulti in Nederland vrij verbreid voorkomt, en dat praktisch alle tot dan toe als A. tricuspidata gedetermineerde dieren tot A. kulti behoorden. Het is zeer waarschijnlijk dat de soort ook thans nog verscholen zit tussen het collectiemateriaal van andere Amara (Zezea)-soorten
Bron
Auteur(s)
Turin, H.
Publicatie
- Turin, H. 2000. De Nederlandse loopkevers, verspreiding en oecologie (Coleoptera: Carabidae). Nederlandse Fauna 3: 1-666. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden.