Overslaan en naar de inhoud gaan

Polderdrietandglimmer Amara strenua

Foto: Dick Belgers

Indeling

Harpalinae [subfamilie]
Amara [genus] (37/36)
strenua [soort]

Voorkomen

StatusOorspronkelijk. Minimaal 10 jaar achtereen voortplanting. (1a)
Habitatland
ReferentieCarabidae. In: Catalogus van de Nederlandse kevers (Coleoptera)
ExpertTurin, H.

Areaal

Europese soort. Hij heeft een betrekkelijk klein verspreidingsgebied en is hoofdzakelijk beperkt tot noordelijk Midden- en Noordwest-Europa. Een overzicht van Europese vindplaatsen wordt gegeven door Hieke (1970). Areaalkarakteristiek: 2, Nederland: submarginaal.

Verspreiding in Nederland

In Nederland slechts weinig, meest oude, waarnemingen (Den Boer 1961b). De meest recente vangst komt uit Plasmolen (juni, 1981) (CDB). De vangsten vertonen het beeld van een fluviatiele verspreiding. Op de Britse Eilanden alleen langs de kust in het uiterste zuidoosten van Engeland (East Anglia, Bristol Channel) en het eiland Wight (oude waarnemingen), zeer zeldzaam (Hyman 1992, Luff 1998). In Denemarken zeer zeldzaam in het zuiden van Jutland, alleen oude, incidentele waarnemingen (Bangsholt 1983); op de Rode Lijst (Jørum 1995). Niet in Fennoscandië. In Duitsland over het algemeen zeer zeldzaam, alleen in het noorden, bijvoorbeeld langs de Elbe, algemener (Hieke 1970, Horion 1941). Naar het oosten toe tot de Neusiedler See en Zuidwest-Oekraïne, in het noorden tot Polen. Voor het gebied van Bremen staat hij op de Rode Lijst (Mossakowski 1991). Niet in Zwitserland (Marggi 1992). In België vier oude vangsten verspreid langs de grote rivieren. In Vlaanderen als ‘uitgestorven’ op de Rode Lijst (Desender et al. 1995).

Niet opgenomen: twee zeer waarschijnlijk op foute determinatie berustende meldingen, waarvan een zeer oude (1886) uit Loosduinen (ET89), en een recentere uit een vangpot van Van Heerdt (1962) uit een beukenbos te De Bilt (FT57).

Status: in Nederland en het omliggend gebied of nagenoeg verdwenen, of ondanks zeer intensieve bemonsteringen o.a. in de omgeving van Arnhem en Wageningen (KA, KB, TH, TG) over het hoofd gezien (Desender & Turin 1986, 1989).

bewerkt EC, 12-12-2014
De laatst geverifieerde waarneming in Nederland werd gedaan in 1954 (Vorst, 2010).

Bron

Auteur(s)

Turin, H.

Publicatie

  • Turin, H. 2000. De Nederlandse loopkevers, verspreiding en oecologie (Coleoptera: Carabidae). Nederlandse Fauna 3: 1-666. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden.