Overslaan en naar de inhoud gaan

Heideroodkruin Anisodactylus nemorivagus

Indeling

Harpalinae [subfamilie]
Anisodactylus [genus] (4/4)

Volgens Lindroth (1974, 1986) op wat drogere plaatsen dan A. binotatus, in Fennoscandië op zandige en grindachtige bodems, en ook Desender et al. (1995) typeren hem als een soort van droge heide. In ons echter land vooral bekend als een typische soort van hoogveen en vochtige (dop)heiden (Erica tetralix) op veenbodem (Van Essen 1993), maar hij komt blijkens de Midden-Europese literatuur op zeer uiteenlopende bodemsoorten voor, zoals veen, zand en zware humus (Burmeister 1939, Marggi 1992). In Groot-Brittannië veelal op droge, zandige heiden (Luff 1998). In Midden-Europa in het heuvelland, niet boven de 750 m.

Vangpotten. Groep: A1 (3 series, 6 individuen). De vangsten komen uitsluitend uit vochtige dopheidevegetaties (Erica tetralix) [3]. Eurytopie, Bodem, Vocht en Begeleiders: onvoldoende gegevens.

Bron

Auteur(s)

Turin, H.

Publicatie

  • Turin, H. 2000. De Nederlandse loopkevers, verspreiding en oecologie (Coleoptera: Carabidae). Nederlandse Fauna 3: 1-666. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden.