Overslaan en naar de inhoud gaan

Schijfboogkever Blemus discus

Foto: Louis Westgeest

Indeling

Trechinae [subfamilie]
Blemus [genus] (1/1)
discus [soort]

Indeling

Trechinae [subfamilie]
Blemus [genus] (1/1)
discus [soort]

Over de activiteit zijn weinig gegevens beschikbaar. Volgens Burmeister (1939) vliegt hij vaak op warme zomeravonden. De ogen zijn echter normaal ontwikkeld (Burmeister 1939), hetgeen op gedeeltelijke dagactiviteit zou kunnen duiden. Maximaal voorkomen van de imago’s in juli (in Fennoscandië in augustus). Voortplanting in de herfst. Overwintering als larve. De larve is onbekend. B. discus leeft onder de grond in nesten van kleine knaagdieren en mollen (Lindroth 1985).

Dispersie: macropteer. Er zijn zeer veel vliegwaarnemingen uit een groot gebied van Midden- en Noordwest-Europa, vooral van lichtvallen.

Bron

Auteur(s)

Turin, H.

Publicatie

  • Turin, H. 2000. De Nederlandse loopkevers, verspreiding en oecologie (Coleoptera: Carabidae). Nederlandse Fauna 3: 1-666. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden.