Overslaan en naar de inhoud gaan

Zandtandklauw Calathus erratus

Foto: Dick Belgers

Indeling

Harpalinae [subfamilie]
Calathus [genus] (8/8)
erratus [soort]

Nachtactief. Voortplanting in het najaar, met een top van augustus tot in september. Mannetjes met uitgestoken genitaliën werden in Drenthe gevonden van half juli tot eind oktober, vrouwtjes met rijpe eieren van ongeveer half juni tot begin oktober (Wbd). De larven die actief blijven aan het bodemoppervlak, overwinteren samen met een klein deel van de adulten. De overwintering vindt plaats in de bodem en duurt tot april-mei, wanneer ook de pop gevonden kan worden (Burmeister 1939). De poprust duurt 18-25 dagen en de ‘verse’ dieren verschijnen aan het eind van het voorjaar (juni-juli). De overwinterde oude dieren nemen soms ook weer aan de reproductie deel. Het voedsel verschilt enigszins van dat van C. ambiguus (Smit 1957) en bestaat in hoofdzaak uit bladluizen en mieren. De larve is opgenomen in de tabellen van Arndt (1991) en Luff (1993).

Dispersie: di(poly)morf. In noordelijke streken vleugelpolymorf met een relatief groot aandeel macroptere dieren (Lindroth 1945, Palmen 1944), hetgeen wijst op een relatief recente postglaciale remigratie. Volgens Lindroth kan de soort in het noorden zonder twijfel vliegen, gezien de grote aantallen die gevonden zijn in aanspoelsel aan de kust. Desender (1986) meldde voor België 0,3% macroptere (N=2525) goed overeenkomend met de frequentie van 0,2% in Noord-Nederland (Den Boer et al. 1980); Bangsholt telde 2,5% macroptere voor Denemarken (N=181). Het Belgische materiaal bleek volgens metingen eveneens polymorf en niet in het bezit van optimaal ontwikkelde vleugels en volledige vliegspieren. Bij een monster uit de Pyreneeën bleken de lang- en de kortvleugelige vormen duidelijk gescheiden; een relatief groot aandeel was macropteer (ca. 29%, N=34), de soort bevindt zich daar dan ook dicht bij de areaalgrens.

Bron

Auteur(s)

Turin, H.

Publicatie

  • Turin, H. 2000. De Nederlandse loopkevers, verspreiding en oecologie (Coleoptera: Carabidae). Nederlandse Fauna 3: 1-666. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden.