Overslaan en naar de inhoud gaan

Maanvlek Callistus lunatus

Indeling

Harpalinae [subfamilie]
Callistus [genus] (1/1)
lunatus [soort]

Indeling

Harpalinae [subfamilie]
Callistus [genus] (1/1)
lunatus [soort]

Extreem thermofiel. Volgens verschillende metingen heeft de soort een voorkeurstemperatuur van ca. 40°c (Becker 1975, Thiele 1977). In onze streken lijkt de soort min of meer gebonden aan halfdroge graslanden (Mesobromion) op kalkbodem (Desender 1986, Lindroth 1974), hetgeen zeker samenhangt met de temperatuurhuishouding van dit bodemtype. Assmann en Starke (1990), die de habitat van de soort in verschillende delen van Europa onderzochten, veronderstelden dat met name open, zonnige plekken, omzoomd door een korte mozaïekachtige vegetatie met onder andere tijm (Thymus), van essentieel belang zijn voor deze soort (zie ook onder natuurbeheer). In Zuid-Europa vonden ze de soort in wijngaarden, op akkers en in tuinen, zonder een duidelijk verband met kalkbodem. In Midden-Europa vanaf het heuvelland tot montaan, tot ca. 1300 m, vaak in losliggend plantenmateriaal, in mos of onder stenen (Burmeister 1939). Marggi (1992) noemde weliswaar een zekere voorkeur voor kalk, maar bevestigt dat hij ook op zand- en grindbodem voorkomt. In Niedersachsen ook op bontzandsteen gevangen (Gersdorf & Kuntze 1957). Vaak in gezelschap van Brachinus crepitans (Burmeister 1939).

Vangpotten. Niet gevangen.

Bron

Auteur(s)

Turin, H.

Publicatie

  • Turin, H. 2000. De Nederlandse loopkevers, verspreiding en oecologie (Coleoptera: Carabidae). Nederlandse Fauna 3: 1-666. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden.