Voorkomen
Status | Oorspronkelijk. Minimaal 10 jaar achtereen voortplanting. (1a) |
Habitat | land |
Referentie | Carabidae. In: Catalogus van de Nederlandse kevers (Coleoptera) |
Expert | Turin, H. |
Areaal
Palearctische soort. Europa, noordelijk tot 60° noorderbreedte. Naar het zuiden tot Midden-Spanje, Zuid-Italië, Noord-Griekenland. Naar het oosten tot West-Bulgarije, Roemenië, Oost-Siberië. Areaalkarakteristiek: 9, Nederland: subcentraal.
Verspreiding in Nederland
In Nederland zeer verspreid. Vooral in het gebied rond de grote rivieren, plaatselijk soms talrijk. Wijd verbreid maar plaatselijk in Engeland, Wales en Ierland; nog geen geverifieerde waarnemingen van Schotland (Luff 1998), ondanks meldingen in de literatuur (o.a. Fowler 1886, Hyman 1992). In Groot-Brittannië op de waarschuwingslijst (Hyman 1992). In Denemarken vrij zeldzaam, het meest in het oosten (Bangsholt 1983). In Zuid-Zweden verbreid in het laagland, niet in Noorwegen, zeldzaam in het zuiden van Finland (Lindroth 1986). In Duitsland in het noorden en oosten niet zeldzaam. In West- en Zuid-Duitsland zeldzamer (Horion 1941). Voor de omgeving van Berlijn (Barndt et al. 1991) en Baden-Württemberg (Trautner 1992b) op de Rode Lijst. In Zwitserland, zoals in de meeste Midden-Europese landen, verbreid maar zeldzaam (Marggi 1992). In België voornamelijk in het laagland, in het oosten meest oudere waarnemingen (Desender 1986), zeldzaam in Vlaanderen.
Status: het aantal vindplaatsen is in Nederland en het omliggend gebied wat minder geworden (Desender & Turin 1986, 1989).
Bron
Auteur(s)
Turin, H.
Publicatie
- Turin, H. 2000. De Nederlandse loopkevers, verspreiding en oecologie (Coleoptera: Carabidae). Nederlandse Fauna 3: 1-666. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden.