Overslaan en naar de inhoud gaan

Veenzwartschild Pterostichus aterrimus

Indeling

Harpalinae [subfamilie]
Pterostichus [genus] (19/18)
aterrimus [soort]

Nachtactief. Voortplanting in het voorjaar, ‘verse’ dieren in de herfst. De larve is opgenomen in de tabel van Arndt (1991).

Dispersie: macropteer. Vliegwaarnemingen zijn bekend (zie o.a. Lindroth 1945). Van het Belgische materiaal bleken de meeste individuen over optimaal ontwikkelde vleugels en volledig ontwikkelde vliegspieren te beschikken. Er werden weliswaar dieren gevonden met vliegspierautolyse, maar ook rijpe vrouwtjes met goede vliegspieren. Volgens Lindroth (1945) is het incidentele en plaatselijke voorkomen een aanwijzing voor het goede dispersievermogen.

Bron

Auteur(s)

Turin, H.

Publicatie

  • Turin, H. 2000. De Nederlandse loopkevers, verspreiding en oecologie (Coleoptera: Carabidae). Nederlandse Fauna 3: 1-666. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden.