Voorkomen
| Status | Oorspronkelijk. Minimaal 10 jaar achtereen voortplanting. (1a) |
| Habitat | land |
| Referentie | Carabidae. In: Catalogus van de Nederlandse kevers (Coleoptera) |
| Expert | Turin, H. |
Areaal
Europese soort, Atlantisch en montaan. Naar het oosten tot Zuid-Duitsland, Zwitserland en Italië. Naar het zuiden tot Noord-Spanje en Zuid-Italië. Areaalkarakteristiek: 6, Nederland: marginaal.
Verspreiding in Nederland
In Nederland beperkt tot Zuid-Limburg. Uit Twente alleen oude vangsten. In Groot-Brittannië mogelijk geïntroduceerd in de vorige eeuw, maar thans wijd verbreid, vooral in Noord-Engeland tot in de Schotse Hooglanden, met zwaartepunten in het noordoosten en het noordwesten (Luff 1998). In Groot-Brittannië op de waarschuwingslijst (Hyman 1992). Niet in Denemarken en Fennoscandië. In Duitsland alleen in de montane gebieden van het westen en zuiden (Trautner & Müller-Motzfeld 1995), ten tijde van Horion (1941) talrijk in het Rheinland (Hunsrück, Eifel, Siebengebirge), incidenteel ook in het laagland. In Westfalen vrij zeldzaam, o.a. in het Sauerland. Tamelijk algemeen in de bergbossen van Baden-Württemberg (zie ook Trautner 1992b). In Zwitserland in het westen en noorden, zeldzaam in Wallis, niet in Tessin en Graubünden, en het grensgebied met noordelijk Italië (Marggi 1992). In België verbreid in de Ardennen en Luxemburg (Desender 1986). In Vlaanderen zeldzaam (Desender et al. 1995).
Niet opgenomen: de zeer onwaarschijnlijke meldingen van Rijswijk (Zuid-Holland) (ET96), Wezep (GU01) en Epse (LC09).
Status: het aantal vindplaatsen is in Nederland iets afgenomen en in België ongeveer gelijk gebleven (Desender & Turin 1986, 1989).
Bron
Auteur(s)
Turin, H.
Publicatie
- Turin, H. 2000. De Nederlandse loopkevers, verspreiding en oecologie (Coleoptera: Carabidae). Nederlandse Fauna 3: 1-666. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden.