Overslaan en naar de inhoud gaan

Rondhalszwartschild Pterostichus madidus

Foto: Tim Faasen

Indeling

Harpalinae [subfamilie]
Pterostichus [genus] (19/18)
madidus [soort]

Bij ons een eurytope bossoort (zie o.a. Thiele 1977). Voornamelijk in lichte en warmere bossen en aan de randen van de koelere bostypen. In Zuid-Limburg ook buiten het bos op kalkgraslanden met noordelijke exposities (Turin 1983). In België vooral in gebieden met kalkbodem en meer dan 20% bos (Desender 1986). In Midden-Europa in hoofdzaak op de noordflank van de Alpen, in de bergen tot 1750 m, eveneens op droge en warme lokaties (Marggi 1992). Op de Britse Eilanden uitermate eurytoop, voorkomend in bijna alle biotopen, maar vooral in droge bossen en droge graslanden; ook vaak in min of meer cultuurlijke terreinen zoals tuinen en parken (Luff et al. 1989, 1992, Luff 1998). Evenals in Nederland komen er op de Britse Eilanden twee vormen voor: de gewone, met zwarte poten en een vorm met rode poten (ab. concinnus). Het voorkomen van de vormen blijkt verband te houden met het klimaat, waarbij concinnus in meer Atlantische gebieden, en de gewone zwartpotige vorm in meer continentale streken wordt gevonden (Terrel-Neild 1990). Het mechanisme dat de pootkleur bepaalt is echter nog onbekend (vergelijk o.a. Carabus granulatus). Het is nog niet uitgezocht of ab. concinnus meer op de Veluwe dan in Zuid-Limburg voorkomt.

Vangpotten. Groep: D2 (80 series, 4.117 individuen). De vangsten komen uit bossen, struwelen en kruidenrijke graslanden, met name kalkgrasland. De hoogste dichtheden werden gevonden op de overgangen van het eiken-haagbeukenbos naar kalkgrasland [20 > 26]. De vangsten uit de overige terreintypen [16, 20, 23-26] komen in hoofdzaak uit Zuid-Limburg, de overige [11-12, 18-19] van de Veluwe. Eurytopie: 4 (PRES = 0,3 en SIM = 0,58). Bodem: leem. Vocht: 2. Begeleiders: Carabus violaceus 74,7% (44,3%), Abax parallelepipedus 73,5% (21,7%) en wederzijds > 50% Carabus monilis 54,2% (56,3%) en Pterostichus vernalis 57% (56%).

 

Bron

Auteur(s)

Turin, H.

Publicatie

  • Turin, H. 2000. De Nederlandse loopkevers, verspreiding en oecologie (Coleoptera: Carabidae). Nederlandse Fauna 3: 1-666. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden.