Voorkomen

Areaal

Palearctische soort. Een precieze vaststelling van het verspreidingsgebied is moeilijk door de recente afsplitsing van P. rhaeticus. De soort komt zeer waarschijnlijk in grote delen van Europa voor, ook in het zuiden (Marggi 1992). Naar het oosten tot West-Azië. Areaalkarakteristiek: 5, Nederland: centraal.

Verspreiding in Nederland

Het materiaal dat onder deze soortnaam in de collectie te vinden is, werd nog niet gecontroleerd op het voorkomen van P. rhaeticus. De Nederlandse kaart geeft daarom een beeld van de twee soorten samen. Zeer waarschijnlijk komt P. nigrita in grote delen van het land voor. Ook in de omliggende landen is het materiaal van de twee soorten tot op heden nog niet gescheiden. Van de Britse Eilanden, Denemarken en Duitsland en België komen de opgaven zonder uitzondering uit een zeer groot gebied, en overal blijkt een grote verspreiding en algemeenheid op grond van de tot dusverre bekende gegevens (Luff 1998, Bangsholt 1983, Horion 1941, Desender 1986). Lindroth (1986) gaf aan dat in Fennoscandië in het noorden alleen P. rhaeticus gevonden wordt. In Zwitserland werden al gescheiden kaarten gepresenteerd (Marggi 1992). De soorten blijken beide over nagenoeg het gehele land verspreid te zijn en zijn volgens Marggi waarschijnlijk even talrijk. Bij eerdere studies bleek het aantal vindplaatsen van beide soorten samen, voor Nederland, Denemarken en België overal een vooruitgang te vertonen (Desender & Turin 1986, 1989). Het is echter waarschijnlijk dat deze trend voornamelijk veroorzaakt wordt door P. nigrita, terwijl P. rhaeticus wellicht achteruitgaat (zie onder ‘oecologie’ en ‘natuurbeheer’ van beide soorten).