Xerofiel. Een soort van weinig bemeste graslanden op droge hellingen op zandige, grindachtige of met name kalkrijke bodem, in onze streken vooral op zuidhellingen (Lindroth 1974, 1986). Evenals de andere Lebia-soorten vaak op planten (met name op composieten) maar ook op jonge bomen en struiken; vanaf het laagland tot in de bergen, tot ca. 1200 m en maximaal tot 1450 m (Burmeister 1939, Marggi 1992). Ook in Zwitserland voornamelijk op xerotherme plaatsen, op zonnige hellingen in open terrein. De Belgische vangsten liggen in 10x10 km-hokken waar kalkbodem aanwezig is (Desender 1986).
Vangpotten. Niet gevangen.
Bron
Auteur(s)
Turin, H.
Publicatie
- Turin, H. 2000. De Nederlandse loopkevers, verspreiding en oecologie (Coleoptera: Carabidae). Nederlandse Fauna 3: 1-666. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden.