Overslaan en naar de inhoud gaan

Gele zoutloper Pogonus luridipennis

Indeling

Trechinae [subfamilie]
Pogonus [genus] (3/3)

Voorkomen

StatusOorspronkelijk. Minimaal 10 jaar achtereen voortplanting. (1a)
Habitatland
ReferentieCarabidae. In: Catalogus van de Nederlandse kevers (Coleoptera)
ExpertTurin, H.

Areaal

West-Palearctische soort. Komt voor langs de kusten van Europa, Noord-Afrika en West-Azië, naar het oosten tot de Zwarte en de Kaspische Zee. Ook gemeld van zilte gronden in het binnenland (Horion 1959). Niet, zoals meermalen ten onrechte in de literatuur vermeld staat, aan de Oostzee. Areaalkarakteristiek: 8, Nederland: submarginaal.

Verspreiding in Nederland

In Nederland op de zeekleigronden van Zeeland en het noorden van het land. Op de Britse Eilanden is de soort de zeldzaamste van het genus, zeer plaatselijk langs de zuidkust, van Lincolnshire tot inlands gelegen getijdebiotopen in het Severn-estuarium (Luff 1998), in Groot-Brittannië op de Rode Lijst (Hyman 1992). In Denemarken zeldzaam, in Zuidwest-Jutland (Bangsholt 1983). In Scandinavië zeer zeldzaam, slechts in Zweden één permanente populatie (Lindroth 1985). In Duitsland alleen aan de Noordzeekust, op de Oost-Friese eilanden (Föhr, Sylt, Wangeroog), in Oost-Friesland, Oldenburg en Schleswig-Holstein, zeer plaatselijk; niet in de omgeving van Hamburg (Horion 1941). In het binnenland aan de ‘Mittelelbe’ bij Sülldorf, Magdeburg en in Thüringen (Horion 1959). Niet in Zwitserland, maar bekend van de Neusiedlersee (Burmeister 1939). In België aan de kust (Desender 1986), mogelijk bedreigd (Desender et al. 1995).

Status: het aantal vindplaatsen is min of meer gelijk gebleven (Desender & Turin 1986, 1989).

Bron

Auteur(s)

Turin, H.

Publicatie

  • Turin, H. 2000. De Nederlandse loopkevers, verspreiding en oecologie (Coleoptera: Carabidae). Nederlandse Fauna 3: 1-666. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden.