Voorkomen
| Status | Oorspronkelijk. Minimaal 10 jaar achtereen voortplanting. (1a) |
| Habitat | land |
| Referentie | Carabidae. In: Catalogus van de Nederlandse kevers (Coleoptera) |
| Expert | Turin, H. |
Areaal
Holarctische, circumpolaire soort, boreomontaan. In een groot deel van Europa, behalve op de Britse Eilanden en in het overgrote deel van Noorwegen. Ook in Noord-Afrika, op de Canarische eilanden (Machado 1992) en in Noord-Amerika. Areaalkarakteristiek: 5, Nederland: marginaal.
Verspreiding in Nederland
In Nederland slechts drie oude waarnemingen, en één recente. Niet op de Britse Eilanden en in Denemarken. In Noorwegen zeer beperkt, meer verspreid en algemener in Zweden en Finland (Lindroth 1985). In Duitsland in het laagland goeddeels ontbrekend en in het middelgebergte uitgesproken schaars, alleen in het Alpenvoorland en de Alpen algemener (Horion 1941). Barndt et al. (1991) zetten de soort op de Rode Lijst voor de omgeving van Berlijn. In Baden-Württemberg komt de soort voor, maar krijgt hij geen speciale status (Trautner 1992b). In Zwitserland verbreid, behalve in de hoogste gebieden (Marggi 1992). In België eveneens van slechts drie vindplaatsen bekend (Desender 1986).
Status: onvoldoende gegevens (Desender et al. 1995). Over het gehele omliggend gebied genomen waarschijnlijk als zwerver aan te merken. Het bestaan van goede populaties is bij ons twijfelachtig.
Bron
Auteur(s)
Turin, H.
Publicatie
- Turin, H. 2000. De Nederlandse loopkevers, verspreiding en oecologie (Coleoptera: Carabidae). Nederlandse Fauna 3: 1-666. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden.