Voorkomen
Status | Oorspronkelijk. Minimaal 10 jaar achtereen voortplanting. (1a) |
Habitat | land |
Referentie | Carabidae. In: Catalogus van de Nederlandse kevers (Coleoptera) |
Expert | Turin, H. |
Areaal
West-Palearctische soort. Soort van Zuid-Europa en zuidelijk Midden-Europa. In het noordelijke deel van Midden- en Noord-Europa zeldzaam tot zeer zeldzaam. Naar het oosten tot Polen, Moldavië, Roemenië, Griekenland, Bulgarije en Klein-Azië; zie ook kaart in Trautner & Geigenmüller (1987). Areaalkarakteristiek: 4, Nederland: marginaal.
Verspreiding in Europa
In Nederland leek de soort beperkt te zijn tot Zuid-Limburg (o.a. Berger & Poot 1972, Klynstra 1939, 1941). Onlangs is hij op enkele plaatsen langs de grote rivieren aangetroffen, in aanspoelsel of na de grote overstroming van de winter 1994/1995 (Millingerwaard, Ophemert) (HE, TH). Eveneens in het rivierengebied in juni 1996 in Gorinchem (JBU). Op de Britse Eilanden vroeger in Zuid-Engeland tot Yorkshire, thans zeer plaatselijk en beperkt tot het uiterste zuidwesten, East Anglia, en vooral Wales (Fowles & Boyce 1992, Luff 1998). In Groot-Brittannië als zeldzaam op de Rode Lijst (Hyman 1992). Niet in Denemarken. In Fennoscandië niet in Noorwegen, in Zweden geïntroduceerd, waarschijnlijk tijdens de laatste wereldoorlog, vooral na 1968 in Zuid-Zweden sterk uitgebreid in het gebied van Västergotland tot Upland (Lindroth 1986). Uit Finland slechts één waarneming van 1983 uit het zuidwesten. In Duitsland uiterst zeldzaam of ontbrekend in het noorden (Horion 1941). In Schleswig-Holstein, Berlijn en Thüringen op de Rode Lijst en ontbrekend in Mecklenburg-Vorpommern (Trautner & Müller-Motzfeld 1995). In Baden-Württemberg (Trautner 1992b) op de waarschuwingslijst. In Westfalen slechts zeer weinig waargenomen (Assmann & Starke 1990). In heel Zwitserland zeer verbreid in het heuvelland en het montane gebied, plaatselijk zeer talrijk (Marggi 1992). Van België zeer verspreide en incidentele waarnemingen (Desender 1986). Zeldzaam in Vlaanderen (Desender et al. 1995).
Status: in Nederland en België is het aantal waarnemingen gemiddeld gezien iets teruggelopen (Desender & Turin 1986, 1989).
Bron
Auteur(s)
Turin, H.
Publicatie
- Turin, H. 2000. De Nederlandse loopkevers, verspreiding en oecologie (Coleoptera: Carabidae). Nederlandse Fauna 3: 1-666. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden.